Later
Na winterslaap sluipt heimwee
onder de grond van zijn bestaan.
Een nieuwe dag staat op en rammelt
aan zijn botten. Uit schuilplaats kruipt
vers blad en ingekuilde winterpeen.
De oude tuinder ruikt de rozen, tast
naar schoffel, kerft een streepje
in de steel. Daarna herstelt hij
bonenstaken, legt pootgoed klaar.
Later komt ook de zon nog door.
De reiziger
1
Berg van licht verblindt
het oog. Het wit geblokt
het land verstrooid.
De reiziger bewoont de wegen
een druivenblad wiegt
wijngaardslak.
2
Dag, geheel van kleur verschoten
verbergt de stad. Wind blaast
vuur in de nacht.
De kaartlezer trekt stippellijnen
strijkt bergen glad. Strepen licht
vallen voor de dag.
3
Daar staat hij, samen-
spannend met de goden.
Verlangend omzien
de zoutpilaar ontdooid.
Als zij hem binnenlaat
begint een nieuwe reis.
Slagroomsoes maat XXL
Lopen zoals het hoort om deze tijd in dagbalans naar werk tot mijn oog valt op een slagroomsoes maat XXL bevend op het autodak van Lamers.
Zien hoe een collega van mijn vader afdeling fijnbanket, met zijn kolen- schoppen slagroom spuit in de nog bleke, tere soezen.
Genieten op het dakterras van een groots en schuimend bad waarbij mijn lijf zich opent voor de room die binnenstroomt.
Dan voorbij de droom, de tong op zoek naar nasmaak en houvast zie ik een slagroomsoes verdwijnen achter de bus naar Grubbenvorst.