‘Pas later, zo rond mijn veertigste, heb ik de poëzie ontdekt en een prille aandrang tot schrijven gevoeld.’
Na het winnen van de Publieksprijs van ‘De raadselige roos’ in 1997 en het volgen van een poëziecursus bij Hans van de Waarsenburg ontstaat rond de eeuwwisseling de behoefte om met zijn werk naar buiten te treden. Met publicaties onder meer in de Poëziekrant en eerste optredens, zoals in Maastricht tijdens een editie van Poetry Nights. In de jaren 2011 en 2012 benoemd tot stadsdichter van Venlo met maandelijkse publicatie van een gedicht in de regionale editie van dagblad ‘de Limburger’.
Bomen in het park
1
Vier statige
kastanjebomen
in de prille lente.
Als een menora
wijzen hun takken
naar boven.
Stevige voet
laten zich niet
zomaar omver blazen.
Verschijnen
hun kaarsen
steek ik ze aan.
2
Even verderop
hij komt van ver
luistert naar
Hongaarse eik.
Onder aan de stam
lijken de takken
als een waaier
uiteen te vallen
zoals je de stokjes
van het mikadospel
bij aanvang
naar je hand zet.
Nieuws